Blogpost

De Karelbrigade

Geplaatst op 13 augustus 2019, 16:39 uur

Je hebt hem misschien ook al eens ontmoet. Nou ja, ontmoeten is misschien een te groot woord. Je hebt hem misschien wel eens zien zitten, meestal achter een geparkeerde auto vlakbij de Albert Heijn aan de Molukkenstraat, niet ver van het Badhuis. Daar heb ik hem trouwens de eerste keer gezien (en gesproken). Karel, ik schat midden of eind vijftig, beetje mijn leeftijd - had toen een gitaar bij zich. En een blikje bier en een buil shag, zijn 'eerste' levensbehoeften. 

Karel is een vriendelijke man, waarbij zijn een beetje onverzorgd uiterlijk (zo'n beetje als ik er 's morgens uitzie, dan weet je dat ook meteen) je direct het vermoeden geeft dat Karel dakloos is. Maar dat is dus niet zo. Karel heeft wel degelijk een woning ('ergens in de Javastraat'), maar hij is 's middags en begin van de avond - als het niet regent - vaak buiten te vinden. Ik vroeg Karel eens waarom hij altijd achter een geparkeerde auto gaat zitten. 'Omdat ze mij dan niet meteen zien, want dan denken ze 'daar zit weer zo'n verdomde zwerver''. 

Ik vertelde Ditta van Buurthulp Oost in de Elthetokerk een paar weken geleden over mijn ontmoetingen met Karel. Want ik sla geen gelegenheid over om even op mijn hurken naast Karel te gaan zitten en een praatje te maken. Dan hoor je bijvoorbeeld dat het 'redelijk goed met me gaat', maar ook dat 'ik binnenkort voor een slokdarmoperatie naar het ziekenhuis moet'. Ditta was ontroerd, maar nog meer toen ik haar vertelde van mijn idee (want ik wilde dat graag samen met Buurthulp Oost doen):

'Ik wil een Karelbrigade oprichten en dat werkt heel simpel: er hangt hier bij jullie een jasje of twee, je weet wel, zo'n jasje dat kinderen dragen op schoolreis door Amsterdam, met van die oplichtende banden en een mooie felle kleur. En als iemand in de Javastraat denkt: 'ik zou vandaag wel dienst willen doen in de Karelbrigade', dan mag die naar binnen komen en zo'n jasje pakken. Dat gaat dan over de eigen jas (of trui) aan en het werk kan beginnen: het opsporen van de 'Karels' (oudere mannen of vrouwen die al dan niet met gitaar, shag of bier alleen buiten zitten) en ... niets anders te doen dan te vragen of hij of zij erbij mag komen zitten. Op je hurken of op de stoeprand, het bankje of het gras en dan informeren hoe het met de 'Karel' of 'Marie' gaat. Kennismaken en onthouden wat je hebt gehoord, zodat als je Karel (of Marie) de volgende keer weer ziet, je niet vergeet te informeren 'hoe de operatie is verlopen' (of van tevoren vraagt: 'heb je iemand om je naar het ziekenhuis te brengen en bij je te blijven?').

Die Karelbrigade is er uiteraard niet gekomen, en dat terwijl mijn voorstel/idee echt serieus bedoeld is. Niet was, want het is nog steeds een idee. En het budget is: 100 Liefde en een Kareljasje.  

Camille

Ps. Waarom een 'jasje met een felle kleur'? Nou, voor een 'Karel' is het handig te weten dat als hij of zij niet wordt gespot achter een geparkeerde wagen, dat als hij of zij jou eerder ziet dan jij hem of haar, dat hij of zij dan mag roepen 'Hee, kom je even bij me zitten?' Want zo'n jasje is niet alleen een eer om te dragen (en een stukje schaamte van een samenleving die zich niet verwaardigt om naast 'zo'n verdomde zwerver' te gaan zitten), maar - noblesse oblige - ook een verplichting, een teken van respect naar hen die buiten de boot gevallen zijn en toch blijven doorzwemmen. 

Respect! 

Illustration
Het kan ons allemaal overkomen, en daarom is de Karelbrigade straks misschien ook even jouw maatje.
Deel dit: